Mijn ervaring met onderkoeling door Pieter Arnou
Vorige week begon ik aan mijn dagelijkse rondje zwemmen op het Baks in het toch nog wat ‘frisse’ water van amper 15 graden Celsius. Na bijna een half uur begon mijn borstcrawl steeds beter te lopen, dus ik zette nog even aan voor een ‘eindsprint’. Vlak voor de eindstreep merkte ik dat het helemaal niet goed met me ging. Ik kon nauwelijks de kant op komen, ik voelde mijn hart trillen in mijn borstkas, was wankel en bang voor een serieuze hartritmestoornis. Als voormalig (huis)arts voelde ik het meteen; typisch geval van atriumfibrillatie. In goed Nederlands vertaald: het fladderen van de boezems van het hart.
Wat ik mij op de kant ook realiseerde was dat ik flink was onderkoeld. In het water merk je dit niet, maar later bleek mijn lichaamstemperatuur 34.4 graden Celsius. Ik zwem tot nu toe zonder wetsuit, maar ik had al besloten om er binnenkort één te laten aanmeten. Eenmaal op de kant wilde ik nog maar één ding: afdrogen, kleren aan en opwarmen. Een medezwemster was zo behulpzaam om mij naar de kantine te begeleiden. Met mijn Apple Watch heb ik meteen een ECG gemaakt. Mijn diagnose van atriumfibrillatie klopte. Dus is snel 112 gebeld voor een ambulance. De hartverpleegkundige van de ambulance legde uit wat er in het ziekenhuis zou gaan gebeuren. Ik zag het schrikbeeld voor me: aan het infuus, opname op de CCU, een stroomstoot om de ritmestoornis te verhelpen, langdurige medicatie (waaronder) bloedverdunners én het advies om voorlopig niet te zwemmen. Ik werd gek van het idee en bedacht dat ik dat niet wilde. Op rebelse toon zei ik: ‘Ik hoop dat dat allemaal niet nodig is, mijn lichaam lost dit probleem zelf wel op!’ Toen ik uit de ambulance stapte was ik alweer wat opgewarmd en ik voelde ik dat mijn hartslag weer regelmatig werd. Eenmaal op de eerste harthulp en aangesloten op de monitor, bleek mijn gevoel te kloppen: een normaal sinusritme. Oef, wat was ik opgelucht!
Het bloedonderzoek wat volgde liet geen afwijkingen zien en de arts van de cardiologie kwam samen met mij tot de conclusie dat de ritmestoornis waarschijnlijk is veroorzaakt door een combinatie van onderkoeling en fysieke inspanning. Ik had te veel van mijn lichaam gevraagd en dit was een serieuze waarschuwing. Ik schrijf dit artikel mede om andere zwemmers bewust te maken van de risico’s van onderkoeling en enkele ‘vuistregels’ te geven.
Mijn eerste tip is om – als je na of tijdens het zwemmen onwel wordt – zo snel mogelijk hulp te zoeken en nooit alleen in een badhokje te gaan zitten. De kans bestaat dat je bijvoorbeeld bij een hartstilstand pas wordt gevonden als het te laat is. Ook ben ik een fervent gebruiker van een zwemboei in het voor- en najaar als het water nog koud is ,of het zicht slecht door regen of mist. Je vergroot daardoor niet alleen je eigen kans om te worden gered, maar je verkleint ook het risico voor het personeel dat jou te hulp schiet.
Ik voel mij nu weer bijna de ‘oude’ en het was dus gelukkig vandaag niet mijn laatste ronde. Ik hoop nog vele jaren te mogen genieten van mijn dagelijkse zwemrondje in het Baks. Ik heb vandaag geleerd om voorzichtiger met kou om te gaan, minder fanatiek te zwemmen en de grenzen van mijn lichaam beter te respecteren.
Naschrift: inmiddels is het water al 21 graden.